The effect of replacing saturated fat (VV) with mostly n-6 polyunsaturated fat (MOV) on coronary heart disease: a meta-analysis of randomised controlled trials

Ik ben van de generatie laagvet, laagzout en pas-op-cholesterol. Mijn lieve moeder (en vader want die kookte ook) heeft eigenlijk ons hele jeugd vooral aangeraden om niet te vet, minder zout en vooral weinig eieren (want cholesterol) te eten. Matig in vlees, heel veel koolhydraten (brood, pap, pasta, aardappels) en natuurlijk groente was haar devies. Onze paps is gek op pinda’s (wij ook, al lusten we ook wel chips), natuurlijk aten we ook fruit (vooral in de zomer in Frankrijk).

Meer dan 15 jaar geleden ben ik voorzichtig meer gaan lezen (en leren dus) over de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Pas in 2009 durfde ik pas voor het eerst te gaan schrijven over voeding en gezondheid. Ik kwam tot de conclusie dat mijn moeder in mijn jeugd op het verkeerde spoor is gezet rondom laagvet, cholesterol en misschien zelfs zout (later meer), en over de overvloedige consumptie van koolhydraten (en suikers). #Softpaleo was ‘geboren’.

Het vet en olie dossier zit ingewikkeld in elkaar dan we vroeger dachten. We worden (terecht denk ik) gewaarschuwd voor transvetten, maar ook krijgen we het advies om vooral minder verzadigd vet (VV) en meer onverzadigd vet (MOV) te consumeren. En daarnaast is lang gesuggereerd vooral om meer linolzuur (n-6 vetzuur, onverzadigd) te consumeren. Linolzuur zit in zonnebloemolie, sojaolie en maisolie, maar vooral ook in margarine en alle vloeibare bak en braadvetten.

Beide adviezen staan wetenschappelijk onder druk. Over n-3 versus n-6, schreef ik in 2009 al dat het nu juist zou moeten gaan over de verhouding tussen deze vetzuren. “Misschien consumeren we nu vooral teveel n-6 en veel te weinig n-3 (is o.a. vette vis). En klopt de verhouding in ons moderne consumptiepatroon dus niet”. Hieronder bij ** staat een stukje tekst uit mijn 2009 blog.

En zouden wel eens veel minder ‘waar’ kunnen zijn, en bewijzen (o.a. 19 gepubliceerde RCT’s) stapelen zich op. Recent heeft een jonge onderzoeker uit Australië Steven Hamley alle “bewijzen” nog eens op een rijtje gezet en gepubliceerd. Dennis Zeilstra schreef een prima artikel op basis van deze recente publicatie.

Zijn conclusie kan bijna niet anders leiden tot de volgende (gewaagde en dus absoluut niet wereldwijd geaccepteerde) conclusie: vervanging van VV door MOV heeft géén significant effect op het risico op hart- en vaatziekten, noch op het risico van het overlijden daaraan. … to be continued. 

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5437600/?report=classic

 ** Vet is niet noodzakelijk slecht (de wetenschappelijk uitgangspunten klopten niet) – zie ook No Comment artikel uit 2009.

Denk jij echt dat vet slecht is? (Wouter: neen natuurlijk denk ik dat niet, ik denk ook dat vet een te slechte naam heeft). Als jij dat zelfs denkt, dan geef ik op dat het qua vetidee nog goed komt in Nederland. Dat komt door het voedingscentrum met hun ongenuanceerde advies ‘Let op vet’. Meervoudig onverzadigde vetzuren (omega 6 en omega 3) zijn essentieel. Ons lichaam kunnen deze stoffen niet zelf aanmaken, en we moeten deze dus via onze voeding binnen krijgen. Uit een onderzoek van TNO in 2007 in opdracht van het voorlichtingsbureau Margarine,Vetten en Oliën blijkt de volgende vetzuursamenstelling


De verhouding omega 6 en omega 3 is 10 : 1 terwijl het vroeger 1:1 was. Als we teveel omega 6 binnen krijgen, wordt omega 3 niet of onvoldoende afgebroken omdat voor de omzetting van omega 6 en omega 3 dezelfde enzymen worden gebruikt en de omega 6 familie dominant is.

We eten veel te weinig omega 3. En deze wordt dus door de overdaad aan omega 6 niet of nauwelijks omgezet in EPA en DHA. Omega 3 hebben we nodig ter voorkoming van hart-en vaatziekten. Bovendien remmen ze ontstekingen en auto-immuunziekten. Er zijn aanwijzingen dat omega 3 vetzuren een rol spelen bij depressie, dementie, agressief gedrag en slechte concentratie. Voor de opbouw van de membramen in het zenuwweefsel, de hersenen en het netvlies zijn EPA en DHA nodig.

We eten te veel verzadigd vet. Het vlees van wilde dieren bevatte 2-4 % vet met relatief veel omega 3. Ons huidige vee, dat op graan leeft, bevat 20 -25 % vet dat voornamelijk bestaat uit verzadigd vet. Mensen die de goede vetten binnen krijgen (en voor de rest ‘normaal’ eten) zijn gemiddeld minder dik. Met wat vet gaat de vertering beter. ***

*** 2017, met de wijsheid van nu en op basis van het artikel van Steven Hamley, kan je je afvragen of de uitspraak t.a.v. VV helemaal correct was.

 

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s